Steeds langere zinnen

Tussen de tweede en de derde verjaardag worden de zinnen langer. Je kind zal steeds meer woorden gebruiken. Je kind kan nu twee woorden combineren tot korte zinnetjes. De uitspraak van de woorden hoeft nog niet correct te zijn.

 

Wanneer je kind drie jaar is, kan het zinnetjes van drie tot vijf woorden zeggen. De manier waarop kinderen zinnetjes vormen, is nog niet dezelfde als in de "grotemensentaal". 50 tot 75% van wat het kind zegt, is al goed te verstaan door een vreemde.

Wanneer je kind vier is, kan het minstens praten in korte, eenvoudige zinnetjes met een betere zinsbouw. Meestal zijn er nog problemen met de vorming van het meervoud en met de vervoeging van werkwoorden. Ruim 75% van wat je kind zegt, is voor anderen goed verstaanbaar.

 

Tussen vijf en zes jaar kunnen de meeste kinderen hun moedertaal vrijwel perfect spreken. Ze kunnen in behoorlijk goed gevormde zinnen praten. Deze zinnen kunnen al tamelijk lang zijn. Minstens 90% is voor anderen verstaanbaar.