“Mama, ik kan niet slapen”

Drie op vier kinderen zitten ’s ochtends niet ‘startensklaar’ in de klas. Dat zeggen hun leraren in een wetenschappelijk onderzoek bij 900 Vlaamse kinderen tussen drie en twaalf jaar. Ze suffen en geeuwen, hebben een slaapkop. Twee op vijf kinderen zeggen dat ze slapengaan niet leuk vinden. Eén op vijf dat hij ’s ochtends moeite heeft om wakker te worden. Kinder- en jeugdpsycholoog Ludo Driesen zoekt voor vijf kinderen naar het beste slaapmutsje.

Fatiha (29), mama van Mehmed (3):

“Mehmed vindt altijd een smoes”

“Mehmed vindt elke avond wel een smoes om langer op te blijven. Wacht, nog snel een glas water! Nog even een knuffel! Toe mama, één verhaaltje nog! Resultaat: Mehmed, die eigenlijk al om zeven uur richting dromenland zou moeten vertrekken, doet pas rond half negen zijn oogjes dicht.”

Ludo Driesen: “Een kind maakt de overstap van dag naar nacht doorgaans makkelijker met een slaapritueel. Laat Mehmed op voorhand al even weten dat bedtijd er bijna aankomt. Zo kan hij zich ‘voorbereiden’ op het afscheid van zijn autootjes. Probeer ervoor te zorgen dat hij al wat hij nu als smoes gebruikt, al gekregen heeft voor hij in bed ligt. Laat hem zich uitkleden, plassen, zich wassen en zijn pyjama aantrekken van zodra je aankondigt dat het bedtijd is. Laat hem tussendoor al een glas water drinken, lees dan samen nog een stukje uit een boek en geef hem een hartelijke knuffel tot afscheid. Elke avond hetzelfde ritueel maakt het voor Mehmed makkelijker om in te schatten wanneer hij moet gaan slapen. Wees wel streng als hij het ritueel probeert te rekken.”

Lucas (34), papa van Janne (6):

“Dan trippelt Janne de trap af”

“Janne gaat elke avond zonder morren naar haar bed. Maar later op de avond horen we haar de trap weer af trippelen. Ik ga dan terug met haar naar boven, stop haar weer in en geef haar nog maar eens een nachtzoen. Als ik haar vraag waarom ze naar beneden komt, zegt ze dat ze buikpijn heeft.”

Ludo Driesen: “Het is goed mogelijk dat Janne helemaal geen buikpijn heeft. Kinderen komen vaak naar beneden met de vreemdste klachten om toch maar wat aandacht te krijgen. Dan zit er niets anders op dan Janne vriendelijk maar kordaat terug naar haar kamer te sturen. Misschien is ze angstig en verwoordt ze haar spanning als buikpijn. Wat je in zo’n geval kan doen is Janne in bed leggen en haar beloven dat je, als ze blijft liggen, straks nog eens komt kijken. Na twee minuten kan je even komen zeggen dat ze flink doet. Herhaal dat nog eens na vijf minuten of zeven minuten, enz. Belangrijk is dat je niet meteen naar haar toegaat als ze huilt. Dan leert Janne: als ik huil, komen ze toch.”

Karen (37), mama van Hanna (14):

“Hanna heeft tv op haar kamer”

“Op Hanna’s kamer staat een televisie, computer, stereo-installatie. Ik heb amper controle over haar slaapritme. Als ik om tien uur op haar kamer kom, staat de tv nog vaak aan. Soms word ik ‘s nachts wakker van een sms’je dat zij krijgt. Op die manier kan je toch niet slapen?”

Ludo Driesen: “Dat klopt! Hanna’s kamer is een ruimte om actief te zijn. Ze nodigt niet uit om te slapen. Die tv en computer, het vol spanning wachten op sms’jes, dat activeert de hersenen, waardoor Hanna minder makkelijk in slaap valt. Je zou best paal en perk stellen aan Hanna’s multimediagedrag. Spreek bijvoorbeeld een uur af waarop alles uit moet en controleer dat ook. Als Hanna zich maar moeilijk aan die afspraak kan houden, verwijder je al dat prikkelend materiaal uit de kamer. Pas als Hanna bewijst dat ze de verleiding weerstaat, mag alles terug. Zelfs dan blijft een vast uur om de apparatuur uit te schakelen aangewezen.”

Annemie (31), mama van Yenthe (9):

“Yenthe kan niet zonder ‘dekentje’”

“Yenthe mag dan al negen zijn, toch is ze niet in bed te krijgen zonder haar ‘dekentje’. Al sinds haar geboorte vormen die twee een onafscheidelijk duo. Intussen zit de lap stof vol gaten, maar dat deert niet. Wat als ze straks op zeeklassen vertrekt?”

Ludo Driesen: “Dat Yenthe met een dekentje slaapt is geen probleem. Knuffeldiertjes en dergelijke helpen kinderen als ze bang zijn. Ze helpen bij het troosten en vervangen voor een stuk de aanwezigheid van de ouders. Bovendien hebben ze vaak een vaste plek in het slaapritueel. Er komt heus wel een tijd dat Yenthe afscheid zal nemen van haar dekentje. Laat haar daar maar zelf over beslissen. En wat de zeeklassen betreft: Yenthe zal ongetwijfeld wel een manier vinden om dat dekentje ongezien mee in bed te smokkelen.”

Anne (39), mama van Laura (12):

“Laura wordt zwetend wakker”

“Laura zit in het eerste middelbaar en dat brengt heel wat spanningen mee. Ze heeft veel werk, maakt zich zorgen over de wekelijkse toetsen en bovendien zit ze bij geen enkel vriendinnetje in de klas. Soms wordt Laura ’s nachts badend in het zweet wakker.”

Ludo Driesen: “Aan Laura’s slaapprobleem zelf kan je niet meteen veel doen. Vang haar op en troost haar als ze ’s nachts angstig is. Het grootste werk zal overdag moeten gebeuren. Laura is duidelijk gestresseerd door haar school. Je kan samen met haar nagaan wat er allemaal moet gebeuren opdat ze zich wat beter zou voelen. Licht de klastitularis in zodat die Laura wat opvangt en aanmoedigt. Of vraag haar welke hulp ze bij haar studie kan gebruiken: plannen van de studieactiviteiten, uitleg bij bepaalde lessen, raad over hoe je een vak best studeert… Geef Laura de zekerheid dat je niet boos zal worden als het eens een keertje mis gaat op school en dat ze er niet helemaal alleen voorstaat. Dat zal al heel wat stress wegnemen. Mogelijk heeft dat een heilzaam effect op haar nachtrust.”

Hoeveel slaap heeft je kind nodig?

  • 3-5 jaar: 12 u
  • 6-12 jaar: 10 tot 12 u
  • 13-24 jaar: 8-9 u
  • 25-45 jaar: 8 u

    Hierboven staan gemiddelden. Hoe weet je precies hoeveel slaap jij/je kind nodig hebt/heeft? Hou tijdens de vakantie, als er geen wekker nodig is, een nachtboekje bij. Noteer daarin wanneer je gaat slapen (als je moe wordt) en wanneer je spontaan wakker wordt. Bereken na 1 of 2 weken het gemiddelde. Dat is jouw slaapbehoefte. Tijdens het schooljaar moet je naar dat aantal uren slaap per nacht streven. Kind- en jeugdpsycholoog Ludo Driesen schreef de boeken «Mama, ik kan niet slapen» en «Bang om te gaan slapen» (beide uitgegeven bij Garant). De cijfers in deze tekst komen uit onderzoek van kinderneuropsychologe Karen Spruyt.


    (bron: www.klasse.be)

     

  •